Gevonden notities

Uit George Nypels, militair en koloniaal historicus
Versie door Erwin (overleg | bijdragen) op 24 mei 2018 om 15:02
Ga naar: navigatie, zoeken

Zoals aangegeven op de hoofdpagina betreffen de bloknootaantekeningen van mijn grootvader aanvullingen en wijzigingen over de familie Nypels in de publicatie Nederland’s Patriciaat Jaargang 1933/34. Het betreft ook andere Nypelsen dan hijzelf. Voorzover het hemzelf aangaat geeft hij een overzicht van zijn beide huwelijken en zijn kinderen en kleinkinderen alsmede een overzicht van zijn loopbaan op verschillende terreinen. In deze website wordt uitsluitend ingegaan op de loopbaan van mijn grootvader omdat het blauwe boekje reeds informatie geeft over zijn huwelijken en nakomelingen. Nadere gegevens over zijn huwelijken en nakomelingen zijn verder nog te vinden in Genealogie van de familie Nypels door H.C.M. Nypels en Mr. J.W.A.M. Nypels (hierna te noemen “de Nypels-genealogie”) van 11 juli 1977.

De notities bevatten over de loopbaan van mijn grootvader de volgende gegevens:

George Nypels is geboren in Maastricht op 9 augustus 1859. Hij werd in 1882 in Maastricht 2e luitenant der infanterie van het Nederlandse leger. In 1884 ging hij over naar het leger in Oost Indië. In 1889 keerde hij terug naar Nederland, naar de krijgsschool in den Haag (tot 1891). In de periode 1891 - 1896 werd hij leraar aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda. Als kapitein is hij daarna opnieuw naar Oost Indië gestuurd waar hij in 1900 toetrad tot de generale staf. In 1902 raakte hij bij gevechten in Atjeh twee maal gewond. Dientengevolge ging hij twee jaar met gezondheidsverlof naar Nederland. In 1903 is hij bevorderd tot majoor. In 1904 werd hij in verband met zijn verwonding afgekeurd en gepensioneerd. In de periode 1910 – 1913 was hij nog wel lid van de studiecommissie voor reorganisatie van het militaire onderwijs,
In 1912 kwam Nypels weer in dienst als landweer districtscommandant. In 1914 is hij gemobiliseerd. Hij werd toen commandant van de groep Gorinchem der Nieuwe Hollandse Waterlinie met de rang van reserve luitenant-kolonel. In 1918 is hij bevorderd tot reserve kolonel. In 1919 kreeg hij op verzoek eervol ontslag waarna hij terugkeerde naar den Haag. In 1940 verkreeg hij de rang generaal-majoor tit.
In de periode 1912 – 1915 was Nypels lid van de Gemeenteraad van Den Haag (NB.: in 1914 gemobiliseerd).
Nypels was schrijver van werken op koloniaal-historisch gebied en van vele artikelen in tijdschriften; hij was tevens vaste medewerker van een aantal dagbladen en
  • van 1911 tot ultimo 1932 van het Koloniaal Weekblad,
  • van 1922 – medio 1937 redacteur orgaan Haagsche burgerwacht, en
  • van 1 januari 1924 – ultimo 1941 (toen het maandblad door de Duitse autoriteiten werd stopgezet) hoofdredacteur van De Indische Gids.
Nypels was van 1910 – 1942 mededirecteur Delftsche ziekenfonds.
Nypels ontving de onderscheidingen: Militaire Willems-Orde 4e klasse, Officier Oranje Nassau, Eereteken voor belangrijke krijgsbedrijven, zilveren draagpenning voor verdienste Rijks ethnografische verzamelingen.

Zie voor een integrale weergave van de desbetreffende delen van de notities de pagina Enkele documenten.